Even voorstellen... Jard

Jard 1

Jard, waarom Berlijn?

In 2007 kwam ik met mijn zusje een weekendje naar Berlijn en werd meteen gegrepen door de vrijheid en creativiteit die in de stad heerst. Ik studeerde toen in Amsterdam en voor mijn gevoel was de stad in allerlei opzichten een beetje te klein. Toen ben ik op een maandag naar het Erasmus-bureau van de Universiteit gestapt, waar ze uitwisselingen organiseren. Daar hoorde ik dat ik zes weken later naar Berlijn kon vertrekken. Toen ik ging wist ik dat het niet maar voor een half jaar zou zijn. De stad had me immers sinds dat weekend in haar greep.

Heeft de stad jou veranderd?

Ik genoot van het anonieme van de stad zonder me eenzaam te voelen en had het gevoel dat ik hier op mijn plek was. Een stad met een rauw randje, niet te gelikt, dat past me wel. Ik ging hier meer stilstaan bij vragen over mijn identiteit. Wie wil ik zijn? Wat ik wil doen? En ik kreeg meer gevoel voor het grotere geheel. Cultuur, politiek, wetenschap, kunst. Het staat niet los van elkaar, maar is allemaal met elkaar verbonden. Iets wat je in Berlijn erg goed kunt voelen vind ik.

Heeft het lang geduurd voor je toerist-af was en je je echt inwoner van Berlijn voelde?

Nee, Ik wilde zo snel mogelijk de taal goed leren, omdat ik vind dat dat een belangrijk deel van de cultuur is. Ik kan niet zeggen hoelang dat precies heeft geduurd, maar ik denk dat ik daar misschien wel een talent voor heb, dat ik snel lokale gebruiken oppik en snel in iets opga. Er waren overal plekken waar je makkelijk met mensen in contact kon komen.

Waren dat gelijkgestemden?

In ieder geval mensen met een soort van kunstenaars-ziel, ook al waren het niet allemaal kunstenaars. Ja, een kunstenaarsziel, daarmee bedoel ik het "buiten de paadjes lopen", rebels zijn en kritisch naar je omgeving kijken. Ik heb toen een tijdje in Tacheles gewerkt, een kunstenaarskolonie in de Oranienburger Straße.

Tacheles, dat is een bijna mythische naam. Hoe was dat?

Nou, dat was niet altijd even makkelijk. Het waren niet alleen maar vrolijke mensen, om het zo maar te zeggen. Dat was soms wel heftig. Het was Berlijn in het klein. Je had er een bioscoop, de Zapata bar. Verschillende ateliers en de tuin met metaalkunstwerken. Een beetje macaber was het ook, met die ruïne van een voormalig Joods warenhuis als decor, dat enorme complex middenin de stad. Maar er was een sterk community gevoel. Ook al was je anders, en een beetje raar, er was toch voor iedereen een plekje. Samen kun je dingen bereiken. Tja, helaas is Tacheles inmiddels geschiedenis, na veel weerstand opgekocht door een projectontwikkelaar, die luxe appartementen in het voormalige kunstenaarscentrum bouwt.... Typisch Berlijn!

Wat heb je van die tijd meegenomen?

Met een wakker hoofd door het leven gaan en jezelf als onderdeel van een groter geheel zien. Wat er gebeurt in je eigen stad? Wat loopt er mis? Wat kun je zelf aanpakken? En dat op een kunstzinnige, ludieke manier uiten. Niet met stenen gooien, maar bijvoorbeeld met een hoop decibel "de AFD Wegbassen" (een rechts-populistische partij), of "Mediaspree versenken", met bootjes op de Spree tegen een groot vastgoedproject. Protest met humor. Ook urban gardening projecten laten zien dat je zelf iets kunt doen, voor het behoud van groen in de stad. Niet schelden op de politiek, maar zelf het heft in handen nemen. Soms moet je dingen gewoon uitproberen zonder te weten waar het schip strandt.

Waarom denk je dat deze protestcultuur juist in Berlijn zo heeft postgevat?

Dat is er denk ik al sinds de tijd van de Berlijnse Muur. Die sfeer is toentertijd al ontstaan. De vredesdemonstraties in West-Berlijn en de krakers, en dan de Maandag-demonstraties in de nadagen van de DDR, maar ook de Love Parade, dat was in het begin ook een politieke demonstratie. Doordat Berlijn tot 1989 een gedeelde stad was is de gentrificatie hier later op gang gekomen dan elders. In gegentrificeerde steden gaan buurten en mensen er steeds meer hetzelfde uitzien en zich hetzelfde gedragen. Maar in Berlijn is dat proces vertraagd. En dat onaangepaste heeft op mij een aantrekkingskracht.

Hoe laat je onze gasten die andere kant van de stad zien, de rebelse kant? Dat staat in contrast met de toeristische highlights, of niet?

Ja, en ook weer niet. 1848. 1918. 1953, er is altijd wel een revolutionaire kant geweest. Hugenoten. De vluchtelingen uit de 17e eeuw, toen je zowat overal in Europa verplicht katholiek moest zijn. Behalve zo ongeveer in Brandenburg. Maar er zit wel een contradictie in. Pruisen, regels volgen, discipline, later de Nazi's, kort door de bocht kun je dat als meelopen zien, niet zelf nadenken, maar er is ook altijd wel een tegenbeweging geweest. Voor mij zit er niet zo'n enorme gap tussen een graffiti in Kreuzberg en de Straße des 17. Juni. Het hoort bij
elkaar.

Hoe ziet voor jou een ideaal weekend in Berlijn eruit?

Ik zou beginnen met een wandeling over de Karl-Marx-Allee in mijn buurtje Friedrichshain, onderweg ergens een koffietentje opzoeken, of struinen over een vlooienmarkt. Het ligt ook aan het seizoen. In de zomer ben ik erg fan van de meertjes rondom de stad, en ik ga graag naar open-airs, buiten dansen op telkens weer andere plekken. Of kunst kijken in Hamburger Bahnhof, waar vaak nieuwe tentoonstellingen zijn. Of juist de kleinere musea: een van mijn favorieten is het Museum der unerhörten Dinge, een curiositeitenmuseum, in de Crellestraße in Schöneberg. Ik hou erg van dat soort kleine, gekke plekken waar je makkelijk met mensen in contact komt.

 

Niels